Tarantino theorie

Afgelopen week tijdens hevige koortsaanvallen als gevolg van griep had ik een paar verhelderende gedachten. De eerste ging over de laatste drie films van Tarantino.
Ik kreeg het idee dat de films persoonlijke dromen, fantasie?n zijn van de hoofdpersonen, die ten tijde van de droom, fantasie in coma liggen, kort voor het eigen sterven. Beatrix Kiddo droomt, of fantaseert erover na de aanslag op haar leven Bill en zijn bende te vermoorden, In Inglorious Basterds worden alle Joodse meisjes in de eerste scenes vermoord en fantaseert er eentje dat ze ontsnapt en wraak neemt op alle nazi’s en in Django sterft de held bijvoorbeeld tijdens de shootout in de kast en fantaseert verder dat hij wraak neemt op al zijn opponenten. Deze theorie wordt vooral gevoed door bepaalde onrealistische plotwendingen die meer iets van een droom, fanatasie hebben en waarbij Tarantino geen enkele moeite doet de wending aannemelijk te maken en zelfs kiest voor duidelijk onrealistische special effecten, zoals bij het zichzelf uitgraven van Kiddo in Kill Bill II, De finale massacre in de bioscoop in Inglorious Basterds en het laatste half uur van Django, met allerlei cartooneske effecten en happy end.
Tarantino laat zien wat cinema is, een realiteit in zichzelf, waar (historische) slachtoffers alsnog wraak kunnen nemen, in de echte geschiedenis niet gebeurd en nu door middel van cinema alsnog mogelijk. Als deze theorie juist is en bewust door Tarantino toegepast dan moeten er ook concrete aanwijzingen in de films zitten. Een reden om ze allemaal weer eens te kijken.